Geen partij kan aan al je verwachtingen voldoen
Het is goed mogelijk dat het gedachtegoed van een partij volledig bij jouw eigen overtuigingen past. Zo kan je een overtuigd liberaal of sociaaldemocraat zijn en onderschrijf je de basisbeginselen.
Het is echter vrijwel onmogelijk dat een politieke partij al jouw eigen standpunten belichaamt. Daarvoor zijn er eenvoudigweg te veel thema’s en bovendien sluiten de programma’s van de politieke partijen zelden naadloos aan bij het originele gedachtegoed.
Onthoud dat ook van leden van een partij niet verwacht kan worden dat zij alle standpunten van hun eigen partij delen.
Onthoud bovendien dat Nederland een coalitieland is, en dat geen enkele partij alle standpunten kan omzetten in kabinetsbeleid.
Toch zal je als overtuigd socialist niet snel op de VVD stemmen, of als atheïst op de SGP, dus het gedachtegoed van zowel jezelf als de politieke partij speelt wel degelijk een grote rol in je keuze.
Het is aan jezelf om te bepalen of het gedachtegoed van een partij voldoende is om een keuze te maken. Wijken de huidige standpunten en het huidige verkiezingsprogramma niet te veel af van de basisbeginselen? Je doet er goed aan je te verdiepen in de programma's van je voorkeurspartijen. Heb je werkelijk nog geen idee? Gebruik dan een of meer stemwijzers, ga in discussie met familie, vrienden of collega's. Probeer een partij te kiezen. Maak gebruik van je stemrecht.
Hier zijn een aantal argumenten om wel te gaan stemmen:
Collectieve Impact: Hoewel één stem op zichzelf misschien weinig verschil lijkt te maken, is de collectieve impact van veel individuele stemmen enorm. Als iedereen zou besluiten dat hun stem niet telt, zou dat de democratie in gevaar brengen.
Marges: Verkiezingen kunnen heel dichtbij zijn, en soms kunnen ze zelfs beslist worden door een handjevol stemmen. In dergelijke gevallen heeft elke stem een significante impact. (Een voorbeeld: in 2000 won George Bush de presidentsverkiezingen door de winst in de staat Florida, met een marge van 537 stemmen op een totaal van 6 miljoen stemmen.)
Signaal aan Beleidsmakers: Zelfs als je stem niet direct de uitslag beïnvloedt, draagt een hoge opkomst bij aan het legitimiteitsgevoel van het verkozen orgaan. Dit kan beleidsmakers ertoe aanzetten meer aandacht te besteden aan de wensen van hun kiezers.
Verantwoordelijkheid: In een democratie heeft elke burger niet alleen het recht, maar ook de plicht om deel te nemen aan het politieke proces. Stemmen is een van de meest directe manieren om dat te doen.
Vertegenwoordiging: Als bepaalde groepen mensen niet stemmen, zijn ze minder goed vertegenwoordigd in de regering. Dit kan leiden tot beleid dat hun belangen negeert.
Stemmen is besmettelijk: Onderzoek toont aan dat als je stemt, de mensen om je heen ook meer geneigd zijn om te stemmen. Je draagt dus bij aan een cultuur van politieke participatie.
Het is niet alleen de winnaar die telt: In veel systemen hebben kleinere partijen en onafhankelijke kandidaten een rol, zelfs als ze niet winnen. Het steunen van kleinere partijen kan helpen om hun issues op de agenda te krijgen.
Persoonlijke Voldoening: Veel mensen vinden dat stemmen een bevredigende manier is om hun burgerplicht te vervullen en deel te nemen aan de democratie.
Toekomstige Inzetbaarheid: Als je nu begint met stemmen, is de kans groter dat je dit in de toekomst blijft doen en zo een actievere rol in de democratie speelt.
Als je niet stemt, heb je minder recht van spreken: Dit is een vaak gehoord argument, maar het heeft een kern van waarheid. Als je niet deelneemt aan het democratische proces, is het minder geloofwaardig als je klaagt over de uitkomst.
Speciaal voor deze mening hebben we een alternatieve voorpagina gemaakt, om nog meer te kunnen klagen.
Uiteraard is het niet letterlijk zo dat een stem die niet is uitgebracht in de bus van de grootste partij belandt. Er is namelijk geen stembiljet om in de bus te belanden.
De uitspraak klopt echter wel: in Nederland profiteren de grootste partijen of bewegingen van een lage opkomst, vooral als hun eigen aanhang wel massaal naar de stembus gaat. De redenatie is dat in een democratie de macht verdeeld wordt op basis van degenen die daadwerkelijk stemmen. Als een grote groep mensen niet stemt, wordt hun stem niet vertegenwoordigd, en de verdeling van de macht wordt beslist door degenen die wel hebben gestemd. Dit kan betekenen dat de grootste partijen, die vaak de meest georganiseerde stemmobilisatie-inspanningen hebben, onevenredig veel invloed krijgen als de opkomst laag is.
Nederland is een coalitieland, dus de partijen in het kabinet moeten onderhandelen over het te voeren beleid. Dat is frustrerend maar ook eerlijk. Pas als een partij een absolute meerderheid heeft, kan ze proberen het gehele partijbeleid door te voeren. Dit is nog nooit gebeurd, en zal in Nederland ook niet gebeuren (zeg nooit "nooit").
Toch kan een kabinet voor grote veranderingen zorgen die directe gevolgen voor jou als persoon en de maatschappij hebben. Denk aan belastingen, toeslagen, kinderopvang, energieprijzen, klimaat, immigratie, onderwijs, veiligheid, werkgelegenheid, wonen.
De meeste directe veranderingen in je leefomgeving zal via de lokale politiek zichtbaar zijn (wel of niet een speeltuin om de hoek), maar ook de lokale politiek is weer afhankelijk van landelijk beleid. Ook op het landelijk beleid heb je als kiezer direct invloed.